(©Selina De Maeyer)
Als ze op de planken staat, dompelt ze zich onder in haar rol. Ze ademt, leeft en beleeft haar personage. Theatermaakster Debbie Crommelinck doet geen halfwerk, ze smijt zich. Volledig. In haar rol als Amy Winehouse voor haar nieuwste theaterstuk ‘But I said no no no’, in haar rol als onderneemster bij TG De Link en sinds anderhalf jaar in haar rol als mama. Een vriendin van Crommelinck fluistert ons in dat “Debbie een mama is die de hele wereld aankan”. Zelf voelt dat niet altijd zo aan, geeft ze toe. Want moederschap en ondernemerschap combineren, dat is pittig. “It takes a village”, zegt Crommelinck. “Van familie tot vrienden, collega’s en zelfs Infino, de uitbetaler van ons Groeipakket: ze zijn stuk voor stuk een belangrijk onderdeel van dat dorp.”
Je kent Debbie Crommelinck misschien wel van een van haar vele rollen in Vlaamse tv-reeksen. Amika, Familie, Thuis, De Kotmadam, … het lijstje is lang. Nog langer is de opsomming van theaterstukken, waarvan ze er verschillende ook regisseerde en schreef. In 2016 richtte ze samen met collega-acteurs Jef Hoogmartens en Bert Verbeke het Gentse theatergezelschap TG De Link op.
Het gezelschap toert momenteel door Vlaanderen voor de muziektheatervoorstelling over Amy Winehouse, een stuk dat Crommelinck samen met Leen Dendievel en Bert Verbeke tot leven brengt. Al meer dan tien jaar is de wereldberoemde Amy Winehouse dood, en al minstens even lang plakt bij Crommelinck ‘de persoon Amy’ aan haar ribben.
Een leven ‘voor’ en een leven ‘na’
En dus schreef ze er een theaterstuk over, tussen het mama en onderneemster zijn door. Crommelinck heeft een zoontje van anderhalf jaar oud en twee pluskinderen. “Zij zijn nu veertien en zestien jaar. Als tieners zitten ze natuurlijk in een totaal andere leefwereld dan onze baby. Met hen praten we over de sleur van school, liefjes en tot welk uur ze mogen uitgaan – zover zijn we nog net niet met onze jongste”, lacht de actrice. “Maar ik mag mijn beide pollekes kussen”, gaat ze verder, “want het gaat heel goed, ondanks het grote leeftijdsverschil tussen de kinderen.”
Dat wil natuurlijk niet zeggen dat het allemaal vanzelf gaat. “Moederschap blijft toch wel pittig”, knikt ze bevestigend. “Zeker in combinatie met een job. Misschien heb ik dat wel wat onderschat.” Ze corrigeert zichzelf: “‘Onderschat’ is niet helemaal het juiste woord, maar voor je kinderen hebt kan je gewoonweg niet weten hoe het is. Dat heb ik pas beseft toen ons kindje er was. Je kan het je wel voorstellen, je kan je er iets over inbeelden, maar écht weten doe je pas eens de baby er is.”
Moederschap blijft toch wel pittig, zeker in combinatie met een job. Je wordt gedwongen om trager te gaan
Voor Crommelinck is er duidelijk een leven ‘voor’ en een leven ‘na’ de baby. “Ja, daar moet ik niet onnozel over doen hé. Als ik eerlijk ben, moet ik toegeven dat het echt wel mijn leven heeft omgegooid. Ik heb een totaal ander leven. Vroeger leefde ik aan 200 per uur, zowel in mijn job als actrice en onderneemster als in mijn sociaal leven. Ik ben altijd heel ambitieus geweest en wou liefst van al vooruitgaan en blijven gaan. Maar eens je een kind hebt, besef je dat de snelheid waarmee je ervoor leefde en werkte niet meer haalbaar is. Je wordt gedwongen om trager te gaan.”
Een andere onderneemster
Dat is niet per se slecht, geeft ze toe. Want voor het moederschap was Debbie Crommelinck vaak impulsief – vanuit een ambitieuze ‘we gaan ervoor’-mentaliteit. “Dat was gewoon wie ik was: alles geven en er altijd 200% voor gaan. Nu denk ik veel bewuster na over de beslissingen die ik neem. De zakelijke kant van TG De Link bekijk ik vanuit een andere bril. Ik ben kritischer geworden over waar ik mijn tijd en energie insteek – want ik kan niet alles meer doen. Ik kan ook veel beter delegeren. Er is een zekere rust gekomen in mijn manier van ondernemen.”
Crommelinck is een andere onderneemster geworden door het moederschap, voelt ze. De ambitie en impulsiviteit zijn niet weg – aard van het beestje, weet je wel —, maar er is meer ruimte voor rust en relativering. “Pas op dat neemt niet weg dat ik nog altijd af en toe in het diepe durf te springen. Ik denk dat dat gewoon eigen is aan ondernemers. Maar ik ga wel vaker kiezen voor veiligheid. Geen slechte verandering, vind ik.”
Of er iets is veranderd in de manier waarop de maatschappij kijkt naar mama’s in ondernemerschap? “Ik wou dat ik kon zeggen dat dat allemaal is veranderd dat er meer plaats is voor moederschap in ondernemerschap— of in een job in het algemeen. Maar de realiteit is nu eenmaal dat ik sneller ben gaan werken dan ik zelf had gewild. De cultuursector heeft het niet makkelijk, dus als oprichtster van een theatergezelschap moet je klaar zijn om moeilijke knopen door te hakken. Ook als je nog met een kleine baby zit.”
Geen 9 to 5
Crommelinck was eigelijk nog in zwangerschapsverlof toen ze begon te repeteren voor een nieuw theaterstuk van een ander gezelschap. “De repetities waren al volop bezig en hoewel ik dus vroeger was beginnen werken dan normaal, voelde ik meteen dat ik heel wat had gemist. Er was een kloof tussen mij en de mensen die al even aan het oefenen waren. Dat is best confronterend. In de cultuursector bestaat er bovendien niet zoiets als een 9 to 5, maar ik had een pasgeboren zoontje voor wie ik graag op tijd thuis was. Het heeft wel enkele keren gebotst met mijn werkgever op dat moment.”
Er wordt nog te veel verwacht dat mama’s na drie maanden klaar zijn om te gaan werken en zich alweer volledig te smijten in hun job. Maar de realiteit is vaak anders
Er wordt nog te veel verwacht dat mama’s na drie maanden klaar zijn om te gaan werken en zich alweer volledig te smijten in hun job. Maar de realiteit is vaak anders. “Ons zoontje heeft een slaapproblematiek dat is niet iets wat je zomaar opzij kunt zetten tijdens de werkdag. Als je moe bent, heeft dat een enorme invloed op je leven. Daar is helaas nog weinig begrip voor, terwijl het net iets heel menselijk is, toch?”
It takes a village
De actrice en onderneemster heeft intussen wel geleerd om hulp te vragen – iets waar ze vroeger nooit aan zou gedacht hebben. “Oh, ik had geen hulp nodig voor ik moeder was”, lacht ze. “Ik kon het allemaal zelf en deed het ook graag allemaal zelf. Maar op dat vlak is het moederschap een goede wake-upcall. It takes a village – je hebt echt een dorp nodig om overeind te blijven.”
Haar dorp dat zijn de crèche, familie, vrienden en collega’s. Maar Debbie Crommelinck duwt nog een vierde pilaar onder die ‘village’: Infino, de uitbetaler van het startbedrag en het Groeipakket. “Ik denk dat de maandelijkse bijslag voor de meeste gezinnen onmisbaar is geworden”, klinkt het. Sinds 2019 mogen gezinnen kiezen bij welk bedrijf ze zich aansluiten om het startbedrag en Groeipakket te ontvangen. De keuze voor Infino was bij Crommelinck snel gemaakt. “Ze stralen een positiviteit en menselijkheid uit. Ik heb ook enorm veel aan de informatie die ze delen op hun website. Ik heb alle blogs verslonden.”
“Wat ik vooral tof vind, is dat de blogs van Infino geen bullshit zijn. Ken je die typische blogs die uitpuilen van de clichés over de roze wolk, alleen maar de mooie kant beschrijven en waarin de perfecte moeder uitlegt hoe ze haar perfecte kinderen opvoedt?”, lacht Crommelinck. “Ik heb gelukkig een goede bullshitradar en laat zulke dingen mooi links liggen. Maar het is dan wel fijn om terecht te kunnen bij Infino, waar ze gewoon rechttoe rechtaan eerlijke en nuttige informatie delen over ouderschap en alles errond. Ik steun heel hard op hun bronnen, en alleen al daarom reken ik Infino als belangrijk onderdeel van het dorp rond mijn gezin.”