Edouard Herinckx, CEO van Thomas & Piron
De Waalse bouwaannemer en -ontwikkelaar Thomas & Piron is al 45 jaar in België actief, maar zet nu pas zijn eerste stappen in Vlaanderen. Het familiebedrijf ziet onze regio naar eigen zeggen als de toekomst, ondanks de huizenhoge uitdagingen: duurdere materialen, de war on talent, bouwstop, nieuwe energieregels, enzovoort. Een ‘diepgravend’ gesprek met CEO Edouard Herinckx.
Thomas & Piron begon destijds met één aandeelhouder – die er vandaag nog steeds is en zich zelfs regelmatig op de werkvloer laat zien – en één metser. Vandaag is het familiebedrijf goed voor een jaarlijkse omzet van zo’n 600 miljoen euro, 2.600 werknemers en een werkterrein dat naast België, Groothertogdom Luxemburg en Marokko – de grote drie – ook Frankrijk, Zwitserland en sinds kort Portugal beslaat. In Zwitserland werd laatst een 200-koppig familiebedrijf overgenomen en een opdracht binnengehaald van zowat 50 miljoen Zwitserse frank. In Portugal lopen twee grote projecten, respectievelijk in Lissabon en Porto. Kortom, de zaken gaan goed.”
Dé kracht van de groep zit niet in onze cijfers, projecten of overnames, maar in onze mensen
“Maar dé kracht van de groep zit niet in onze cijfers, projecten of overnames, maar in onze mensen”, begint CEO Edouard Herinckx zijn verhaal, “omdat wij al onze projecten met eigen medewerkers realiseren. Op die manier kunnen wij maximaal de controle behouden. We realiseren ook zowat alles intern: grondaankoop, de ontwikkeling, de bouw en de uiteindelijke verkoop, maar ook bijvoorbeeld het onderhoud. Nog een troef is dat wij een agile bedrijf zijn, met heel korte beslissingslijnen. Dat heeft ons bijvoorbeeld geholpen om in de vijf weken dat we noodgedwongen stillagen door de crisis, samen te zitten met de teams en te kijken hoe we na de coronacrisis nog efficiënter en beter konden werken.”
Te kort aan 150 arbeiders
Agiliteit die ook heel sterk nodig is als je naar de uitdagingen voor de bouwsector kijkt. “De betonstop is bijvoorbeeld heel lastig voor ons”, beaamt Edouard Herinckx, “vooral omdat de gronden er alleen maar duurder door worden, wat een impact heeft op de verkoopprijs en het budget van de kopers. Ook een bouwvergunning krijgen wordt lastiger: voor sommige grote projecten, rekenen wij soms op vijf jaar meer dan. Niet werkbaar natuurlijk, zeker aangezien de dreiging van een klacht bij de Raad van State ook alleen maar groter en groter is geworden.
“We zijn momenteel geconfronteerd met een tekort aan 150 arbeiders. De projecten zijn er, onze motivatie ook, maar de werkkracht niet! Het is soms frustrerend, zeker als men weet dat er in principe instellingen zijn die mensen aan het werk moeten zetten…”, aldus Herinckx.
“Ook de gebrekkige beschikbaarheid van bouwmaterialen is een probleem. Onze projecten tellen gemiddeld 150 arbeiders: als je dan met planningen moet gaan schuiven omdat het materiaal niet tijdig wordt geleverd, of een specifieke termijn aan de klant moet communiceren: dat gaat gewoon niet. Met prijzen van grondstoffen kan je nog spelen naar de eindafrekening toe, maar niet met gebrek eraan. Persoonlijk vind ik ook de nieuwe regels, bijvoorbeeld naar passiefwoningen toe, gewoon te streng. We hebben vandaag al kwalitatief hoogstaande woningen, gebouwd met heel effectieve materialen. Men moet daar echt niet té ver in willen gaan.
“Maar los van al die uitdagingen blijven we positief over onze sector: we zullen ons misschien ooit zonder wagen verplaatsen, maar iedereen zal altijd een dak boven zijn hoofd nodig hebben.”
Het belang van papieren plannen
Om die uitdagingen het hoofd te bieden en nieuwe opportuniteiten te ontdekken, zet Thomas & Piron sterk in op technologie en digitalisering, wat zeker in een sector die dit als een van de laatste heeft omarmd heuse concurrentiële voordelen kan opleveren.
“Maar we willen daar niet mee overdrijven, en al zeker vermijden dat digitalisering een gimmick wordt”, gaat Edouard Herinckx verder. “Op werven kan het regenen en koud zijn, en onze arbeiders dragen handschoenen: dan is het echt niet gemakkelijk om met tablet en andere digitale tools aan de slag te gaan en data correct af te lezen. In dat opzicht zijn en blijven papieren plannen in onze sector heel belangrijk. Stel dat een klant een aanpassing vraagt, dan is dat bovendien vaak gemakkelijker gedaan met een potlood op een plan dan met een correctie in een complex BIM-model.
“Dat gezegd zijnde, zijn we natuurlijk heel sterk gefocust op automatisering en nieuwe technologie. Zo zetten we in op DBFM-projecten, die staan voor Design (ontwerpen), Build (bouwen), Finance (financieren) en Maintain (onderhouden). Bijvoorbeeld voor een nieuwe gevangenis die we graag zouden bouwen in het zuiden van België en waar heel geavanceerde BIM-modelling aan te pas komt om tot het juiste ontwerp te komen.”
We zijn heel sterk gefocust op automatisering en nieuwe technologie maar willen daar wel niet mee overdrijven, papieren plannen blijven in onze sector bijvoorbeeld heel belangrijk
Werk maken van diversiteit
In 2019, 2020 en 2021 werd Thomas & Piron door Deloitte uitgeroepen tot Best Managed Company, vooral dankzij hun heldere strategie, gedegen expertise, motivatie en uitstekende financiële prestaties. Bovendien is het familiebedrijf een holding met drie entiteiten – TP Home voor huizen en kleine gebouwen, TP Bâtiment voor grotere projecten en TP Renovation – en internationale vestigingen, maar loopt er volgens het juryrapport een herkenbare rode draad doorheen al die afdelingen. Toch kreeg Thomas & Piron ook enkele werkpunten mee naar huis, en uiteraard willen wij weten wat die zijn.
“We hebben nog werk om de verschillende entiteiten op dezelfde snelheid te krijgen, en nog veel werk op het gebied van duurzaam ondernemen”, antwoordt Edouard Herinckx. “Dat komt vooral omdat duurzame maatregelen geld kosten en onze klanten niet altijd bereid zijn om daarvoor te betalen. We zullen dus blijvende inspanningen moeten doen om ons ESG-label (Environmental, Social, Governance) te halen.”
“Wat we vandaag al doen? Vooral focussen op een optimale energiebesparing en levenskwaliteit in de projecten die we realiseren, onder meer in de vorm van doorgedreven isolatie en ventilatie. Daarnaast werken we aan de vergroening van onze vloot, die momenteel 1000 vrachtwagens en 500 bestelwagens telt – daar hebben we dus veel marge. En toegegeven: ook qua diversiteit kan het nog beter in ons familiebedrijf.”
Ditmaal zijn we klaar
Een familiebedrijf dat nu eindelijk ook de stap naar Vlaanderen zet, na al 45 jaar in Wallonië actief te zijn. “We hebben al eerder eens een poging gedaan in Limburg, maar dat is op het laatste moment afgesprongen”, legt de CEO uit. “Nu hebben we gronden gekocht in Vlaams-Brabant, waar we 50 huizen en 150 appartementen zullen bouwen. Zopas hebben we ook een heel mooi en groot design and build-project binnengehaald in Herent, samen met bouwfirma Besix.”
“Kortom, ditmaal zijn we klaar. Maar eenvoudig is het niet, want het blijft een heel concurrentiële markt en het wordt steeds moeilijker om gronden te vinden. Onze ambities? De volgende drie jaar willen we toch voor 50 miljoen euro aan projecten opleveren in Vlaanderen, en binnen vijf à zeven jaar voor 70 miljoen.”