Drie miljoen liter verf die jaarlijks van de productieband glijdt, 58 colora-winkels over heel België - en eentje in Nederland - en een jaaromzet van zo’n 59 miljoen euro. De cijfers van BOSS paints zijn best indrukwekkend. Het West-Vlaamse familiebedrijf is de afgelopen zeven decennia dan ook een vaste waarde geworden voor professionele - en hobbyschilders. CEO Toon Bossuyt, die de derde generatie vertegenwoordigt, wil dat de komende decennia ook zo houden. In een wereld van digitalisering en e-commerce is het zijn taak om het verfbedrijf van z’n grootvader future proof te houden. “Gelukkig heeft onze familie niet de mentaliteit om te blijven hangen in wat vroeger was.”
Veel goesting
Zijn grootvader startte het bedrijf in 1945 op, zijn nonkel Jan nam in de jaren 60 het roer over, in 2005 was het zijn beurt: Toon Bossuyt is al de derde generatie die bij BOSS paints de leiding neemt. Een ambitie die hij altijd heeft gehad. “Op die periode na dat ik architect wou worden dan”, lacht Bossuyt. “Dat heeft mijn moeder uit mijn hoofd gepraat. Ik ben Economie gaan studeren in Leuven en kreeg toen de goesting om in het familiebedrijf te werken. Ik zag nog veel potentieel. Er lagen vooral nog groeimogelijkheden op vlak van communicatie, marketing en professionalisering van de retail.”
Zaken waren Bossuyt wel zijn mouwen wou voor oprollen. In de jaren 90 is hij als sales manager begonnen bij BOSS paints. Begin 2000 heeft hij de leiding genomen over een project om de toen twintig colora winkels nieuw leven in te blazen. “De schwung was eruit, we voelden dat we het anders moesten aanpakken. We hadden een team samengesteld en een consultant erbij gehaald om nieuwe plannen en concepten te bedenken. Dat was écht mijn ding. Ik kon daar echt mijn talenten in kwijt, veel meer dan in mijn sales job. Het succes van dat project heeft ongetwijfeld een groot stuk van mijn geloofwaardigheid opgeleverd om uiteindelijk in de voetsporen van mijn nonkel te kunnen treden.”
Falen is de beste leerschool
Of hij zenuwachtig was toen hij de fakkel overnam, en de druk voelde van die lange bedrijfsgeschiedenis? “Nee, helemaal niet. Ik was pas 35 jaar en misschien nog een beetje naïef”, lacht Toon Bossuyt. “Toegegeven, ik voelde ook wel een zekere hybris. Ik zou alles wel aankunnen, het ging allemaal wel lukken. Het is pas in de jaren erna dat het is doorgedrongen hoe moeilijk het eigenlijk is. Dan ben ik ook wel aan mezelf beginnen twijfelen; kan ik dit wel?”
Ik had visie, een duidelijke strategie én marketingkennis, maar people management was mijn zwakke plek
Elke generatie heeft haar uitdagingen, voor Bossuyt was dat people management. “Ik heb daar echt mee gesukkeld. Hoe je met je medewerkers moet omgaan, wat je op welke manier moet zeggen, wie je moet aannemen, hoe je mensen op hun gemak stelt, enzovoort: ik vond dat allemaal ontzettend moeilijk. Ik had visie, een duidelijke strategie én marketingkennis, maar people management was mijn zwakke plek”, geeft hij toe. “In mijn beginjaren heb ik op dat vlak echt wel gefaald. Maar falen is een heel goeie context om te leren en vooruit te gaan.”
Al voegt hij er snel aan toe: “Het is dubbel, hoor. Het was een goede leerschool, maar ik schaam me ook wel van een kant. Ik heb in die periode bijna twee volledige directieteams ‘versleten’ en dat was mijn eigen fout”, zucht Bossuyt. “Het is een zoektocht geweest, waarbij ik opleidingen en coachingsessies ben beginnen volgen. Die waren heel intensief. Ik ben mezelf daar toch een paar keer tegengekomen. Heel confronterend, maar veel bijgeleerd. De voorbije jaren heb ik mijn draai gevonden. Ik heb nu ook een heel goed team rondom mij, iedereen vult elkaar mooi aan qua talenten en competenties.”
Vasthouden aan de familiewaarden
Om maar te zeggen: het is niet omdat een vorige generatie al een pad heeft gelegd, dat de weg voor de volgende daarom niet hobbelig kan zijn. “Gelukkig geeft de familie mij de nodige ruimte om te groeien. Ze weten dat persoonlijk groei de sleutel is tot vooruitgang. Ze weten ook dat ik onze familiewaarden heel hoog in het vaandel draag, net zoals elke andere aandeelhouder, en dat die altijd de leidraad zijn voor elke beslissing of ambitie.”
Die waarden definieerde Jan Bossuyt al begin jaren 80: “Mens, milieu, klant, kwaliteit en rendement”, vat Toon Bossuyt ze samen. “We zijn een heel menselijk bedrijf: we willen dat mensen blij zijn in hun job, dat ze zich amuseren, dat klanten tevreden zijn met de verf die ze bij ons kopen. Dat zijn zaken waar mijn grootvader en nonkel aandacht voor hadden, en die ik nu ook verder meeneem.”
Gelukkig geeft de familie mij de nodige ruimte om te groeien. Ze weten dat persoonlijk groei de sleutel is tot vooruitgang
Het feit dat ‘milieu’ veertig jaar geleden al in dat lijstje werd opgenomen, toont de innovatieve mindset aan die zowat in het DNA van de familie Bossuyt lijkt te zitten. “Dat was toen zeker geen evidentie. Weinig bedrijven hielden zich daar mee bezig. Voor ons was dat een must. Niet vanuit bedrijfseconomisch standpunt maar omdat we gewoon belang hechten aan duurzaamheid. Dat zat toen al in de kleine en grote dingen en nu nog steeds. We wekken zelf elektriciteit op, bieden elektrische wagens aan medewerkers, installeren gratis laadpalen bij hen thuis, zorgen voor gratis fietsherstellingen voor zij die met de fiets naar het werk komen, enzovoort.”
Om de andere waarden te kunnen nastreven, is rendement wel een voorwaarde. “Om in te zetten op mensen en duurzaamheid heb je uiteraard geld nodig. Maar de aandeelhouders zijn weinig veeleisend op vlak van rendement, ze verwachten niet ‘om het meest’. Zolang het bedrijf maar gezond blijft. En daar hebben we duidelijke afspraken rond gemaakt: gezond is niet minder dan bedrag x en niet meer dan bedrag y. Gaan we erover, dan is het een kwestie van investeren, investeren, investeren.”
Mee met de wereld van morgen
En dat is exact wat Bossuyt aan het doen is. Investeren in mensen, maar ook in digitalisering. “We hebben al een goede website waar we heel veel content aanbieden én een webshop, maar daar stoppen onze ambities niet. We blijven volop op digitaal inzetten, want willen nergens te laat komen. We gaan mee met de veranderingen in de wereld. We moeten klaar zijn voor de wereld van morgen en daar zijn innovaties en investeringen voor nodig.”
Toon Bossuyt richt dan ook zijn pijlen naar waar zijn voorgangers dat niet hebben gedaan: het buitenland. “We zijn heel voorzichtig in Nederland gestart. De eerste colora winkel is er een succes. Ik heb zonet het huurcontract getekend voor een tweede. We hebben ook andere exportplannen. Als die tot een goed einde komen, dan kan ik zeggen dat ik mijn deel heb gedaan voor het familiebedrijf”, glimlacht de CEO. “Dan heb ik iets goed om door te geven aan de volgende generatie. Iets dat niet alleen goed draait, maar waar nog meer potentieel in zit voor verdere gezonde groei. Dat zou mooi zijn.”
De volgende generatie
Die vierde generatie is er in grote getale, maar staat nog niet helemaal klaar. “Ze zijn nog een beetje jong. De oudste is nu 25 jaar en zal eerst nog vijf jaar ergens anders werken, zoals we van elk familielid verwachten. Of ze hier willen komen werken, is volledig aan hen. We bieden hen opleidingstrajecten en studentenjobs aan om van ons familiebedrijf te proeven. Maar wie op een dag de leiding wilt overnemen, moet toch al een pak meer skills hebben dan vroeger. Toen ik begon, hadden we 170 mensen in dienst. Vandaag zo goed als het dubbele. We zijn nu ook internationaal aan het gaan. Het wordt almaar moeilijker”, beseft Toon Bossuyt.
Wie durft? “Afwachten”, lacht hij. “Ze krijgen alleszins de kans, net zoals ik twintig jaar geleden de kans heb gekregen. Zou ik ondernemer geworden zijn als ik die niet had gehad? Of als het familiebedrijf er niet was geweest? Geen idee. Maar het feit dat ik hier zit, is voor mij een heel mooi cadeau. Ik mag elke dag samenwerken met mijn neven en mijn broer.”
“Dat is niet altijd eenvoudig, hoor. Als het goed gaat, is het heel tof. Zijn er strubbelingen, dan kan dat heel pijnlijk zijn. Maar de familieband is dankzij ons bedrijf wel dieper geworden. We zijn aan elkaar verbonden door een bedrijfsstructuur. Dat klinkt misschien net afstandelijk, maar het tegendeel is waar. Bedrijfsbarbecues, de eindejaarsfeestjes, zelfs aandeelhoudersvergaderingen: we zijn heel vaak samen en dat creëert een verbintenis die je niet zomaar kan doorknippen.”