Zaakvoerders Francis T’Hooft, zijn echtgenote Annik en zoon Michaël

Al sinds 1870 (!) is familiebedrijf T’Hooft, dat tuinmeubilair verkoopt, een vaste waarde tot ver buiten thuishaven Drongen. Na Jules, Maurice en Jozef is Francis T’Hooft de vierde generatie die aan het roer staat. Sinds vorige zomer stapte met Michaël ook de vijfde generatie mee aan boord en lijkt de opvolging verzekerd. “We bestaan al langer dan Coca-Cola”, grappen vader en zoon. “Maar met een rijke geschiedenis overtuig je geen enkele klant, je moet vooral blijven vernieuwen.”

Outdoorhype

De geschiedenis van T’Hooft gaat niet alleen 152 jaar terug in de tijd, het familiebedrijf opereert al die tijd ook al in dezelfde Gentse regio. Al moest het na een bombardement tijdens de oorlog al eens volledig heropgebouwd worden. Vandaag vind je bij T’Hooft tuintafels, loungestoelen, parasols,… maar Jules T’Hooft - de overgrootvader van huidig zaakvoerder Francis - begon met spades, ladders en ander tuingereedschap te verkopen, alsook planten en aanleg van de mooiere tuinen.

Elke generatie zorgt voor vernieuwing”, vertelt die laatste. “Toen ik pas in het bedrijf was gestapt, ging ik naar de grote tuinbeurs in Keulen. Iemand zei me daar: ‘Francis, je moet eens letten op de schoenen en de kleren van de verkopers.’ Het viel op dat de Fransen en de Italianen die tuinmeubelen verkochten allemaal heel chique schoenen droegen. De verkopers van tuingereedschap droegen oude, vaak versleten schoenen.”

“Het deed mij beseffen dat er veel meer toekomst zat in tuinmeubelen. Outdoor is indoor geworden, en omgekeerd. Mensen kopen niet meer gewoon een barbecue, wel een buitenfornuis dat even duur is als hun fornuis binnen. Hetzelfde verhaal met hun tuinstoelen of tuintafel. We zijn op tijd op die kar gesprongen en hebben mee de vruchten geplukt van de grote outdoorhype.”

De vijfde generatie

Vandaag moet de vernieuwing vooral van de vijfde generatie in de persoon van Michaël T’Hooft komen, die eigenlijk al van zijn zestiende op verschillende manieren meebouwt aan de uitstraling en het imago van het bedrijf. Zo bouwde hij bijvoorbeeld als 18-jarige de website die in 2014 live ging, op een moment dat een vroege online aanwezigheid voor de business van goudwaarde was in de branche.

Ik ben opgegroeid met het familiebedrijf”, zegt de enige zoon van de huidige zaakvoerder. “Ons huis is naast de winkel, elke keer dat er een nieuwe klant binnenkwam, hoorden we bel rinkelen. Op zaterdagen hielp ik mee in de winkel, mijn vader kwam me ook geregeld roepen als het heel druk was om een klant te helpen of iets naar diens auto te helpen dragen. Toch heeft hij ons nooit gepusht om mee in het familiebedrijf te stappen. We mochten elk onze eigen weg uitstippelen.”

Mijn vader heeft ons nooit gepusht om mee in het familiebedrijf te stappen, we mochten elk onze eigen weg uitstippelen

Uiteraard ben ik blij dat mijn zoon nu mee in het bedrijf zit”, pikt Francis T’Hooft in. “Maar had hij een ander pad gekozen, dan was dat maar zo. Wel heb ik altijd gezegd dat Michaël eerst vijf jaar op een ander moest werken voor hij hier mocht beginnen. Iets wat ik zelf als jonge gast ook heb gedaan. Ik ben boekhouder en werkte onder andere voor de Molens van Deinze en in een fabriek. Ik heb daar ongelooflijk veel geleerd, heel goed rondgekeken en veel met mijn ogen gestolen. Dankzij die eerste werkervaringen kon ik mijn blik verruimen en heb ik een karakter gekweekt. Je leert dat 9 to 5 niet kwart over 9 tot kwart voor 5 is.”

Ik ben best trots op de geschiedenis van dit familiebedrijf en ik wil er zelf ook graag deel van uitmaken

Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Vroeger dan verwacht stond Michaël T’Hooft toch voltijds in het familiebedrijf. “Ik heb twee jaar bij Europabank gewerkt, waar ik mooie dingen kon realiseren rond PSP. Wat dan de doorslag gaf om voltijds bij T’Hooft aan de slag te gaan? Het feit dat mijn ouders mede door corona zoveel werk en extra druk hadden dat ik echt oprecht het gevoel hen een groot stuk te kunnen ontzorgen door mijn verantwoordelijkheden bij het bedrijf, waar ik al met één voet in stond, verder op te nemen.”

Ik merkte dat het familiebedrijf veel dieper in mijn DNA zat dan ik zelf had gedacht. T’Hooft is hier in de regio al meer dan anderhalve eeuw een vaste waarde. Dat merk ik nu ik zelf de marketing doe: (lacht) ik hoef op dat vlak eigenlijk niet zoveel te doen, ouders nemen hun kinderen mee en de mond-aan-mondreclame doet de rest. Ik ben best trots op die geschiedenis en ik wil er zelf ook graag deel van uitmaken.”

Michaël en Francis T’Hooft

Een klant voor het leven

Wat is nu de grote troef van een familiebedrijf? Waar maak je het verschil met de concurrentie? “Motivatie”, antwoordt Michaël T’Hooft. “Ik heb dezelfde naam als het familiebedrijf. Voor je eigen onderneming steek je toch sneller een tandje bij. We hebben hier allemaal onze specifieke taken. Maar als het druk is, zijn we gewoon allemaal verkopers.

Wij moeten onze omzet voor een heel jaar draaien op een paar maanden, in januari bijvoorbeeld is er een pak minder belangstelling voor tuintafels. Tijdens die drukke maanden is het hier alle hens aan dek en merk je een ongelooflijke drive. Zoals ik al zei: het bedrijf en het familieleven lopen voortdurend in elkaar over. Dat is soms zwaar, maar ik ben niet anders gewoon en vind het vooral heel mooi.”

Het bedrijf en het familieleven lopen voortdurend in elkaar over. Dat is soms zwaar, maar ik ben niet anders gewoon en vind het vooral heel mooi

Naast motivatie voegt vader Francis nog een tweede belangrijke troef toe: kwaliteit. “Geloof me, niémand komt hier bij ons kopen omdat we al sinds 1870 bestaan. Dat is een mooi verhaaltje om te vertellen, maar daarmee overtuig je geen enkele klant. Wij maken het verschil omdat we onze producten kennen en geen minderwaardige tuinartikelen uit China producten verkopen die na een jaar al versleten zijn, met een onverzorgde buitenomgeving als resultaat.”

“Soms komen klanten hier met een parasol waar een balein (één van de ribben het waar doek overheen gespannen is; nvdr) van kapot is. In 9 op de 10 winkels smeren ze die mensen een nieuwe parasol aan. Wij gaan die balein herstellen. Op korte termijn is dat dom, want dat kost ons tijd, levert amper iets op en we verkopen daardoor geen nieuwe parasol. Maar, en dat vergeten veel winkels: we hebben er wel een klant voor het leven bij. Vertrouwen is alles, en dat vertrouwen moet je echt verdienen.”

“Soms komen mensen hier voor een tuinzetel. Ze kijken naar een exemplaar van een paar honderd euro en ik stel hen voor om ook eens in de zetel van 2.000 euro te gaan liggen. Ik snap volledig dat ze dat heel veel geld vinden, zeker nu het leven zo duur is geworden. Uiteindelijk kiezen ze toch voor de beste kwaliteit en gaan ze voor het duurder model. Vijftien jaar later zien we dan hun dochter of zoon hier in de winkel om de bekleding van die zetel te laten vervangen.”

Als we de planeet willen redden, kunnen we geen producten meer maken en verkopen die mensen elk jaar weggooien en weer vervangen

Ik geloof dat kwaliteit alleen maar belangrijker zal worden. Als we de planeet willen redden, kunnen we geen producten meer maken en verkopen die mensen elk jaar weggooien en weer vervangen. Zeker voor buitenartikelen waar je superieure kwaliteit écht wel kan onderscheiden van doorsnee kwaliteit. Voor indoor meubilair dat niet 24 op 7 wordt blootgesteld aan de extreme Belgische weersomstandigheden geldt dat veel minder. Dat is een belangrijke reden waarom mensen ervoor kiezen om voor kwaliteit te gaan. Zéker wat tuinmeubilair betreft.”

Wissel van de wacht

Op het einde van het interview komt de grootmoeder van Michaël en moeder van Francis T’Hooft nog even ‘hallo’ zeggen. “Mijn moeder volgt het hier nog altijd op de voet, ze komt hier een paar keer per week polshoogte nemen”, zegt zoon Francis. “Mijn vader is totaal anders. Op zijn 62ste heeft hij me de sleutels van het bedrijf gegeven met slechts één korte boodschap: ‘Amuseer u!’ Mijn ouders wonen hier op het einde van de straat, maar we hebben mijn vader hier sinds die dag nooit meer in de winkel gezien. Hij heeft die knop volledig omgedraaid toen hij het stuur aan mij heeft doorgegeven.”

“Ik weet niet hoe de wissel van de wacht bij mij zal verlopen. Ik kan nu wel zeggen dat ik het net als mijn vader allemaal gemakkelijk ga kunnen loslaten, maar dat weet je pas zeker als het echt zover is. Eerlijk gezegd ben ik daar zelf ook heel benieuwd naar (lacht).”